‘Komen jullie een high tea bij ons gebruiken?’ De vrouw des huizes kijkt ons vragend aan en vervolgt dan snel: ‘Krijgen jullie ook een rondleiding door het huis! Leuk voor jullie, want jullie Koningshuis heeft hier vaak gelogeerd.’
Voor ons was de uitnodiging voor de high tea al voldoende, maar de rondleiding maakt het helemaal af natuurlijk. We gaan dus natuurlijk op de uitnodiging in!
Op onze laatste zondag lopen we de berg een stukje af naar het grote huis. Bij de voordeur trekken we onze schoenen uit en op kousenvoeten lopen we de woonkamer in. Overal staan tafeltjes gedekt met kleine vaasjes bloemen uit de tuin en op iedere tafel brandt een kaars. Sowieso is het een leuk gebruik wat wij thuis volledig geïntegreerd hebben: tijdens het eten branden we een of twee kaarsen op tafel. Het maakt dat we nét iets rustiger zitten, meer aandacht hebben voor het eten en zeker ook voor elkaar.
Als we na de high tea door het huis lopen met de gastvrouw, valt het ons op dat ook op iedere slaapkamer wel een paar kaarsen te vinden zijn. Het is dus meer gewoonte dan een vorm van gezelligheid.
De kamers van de Koninklijke familie (zowel die van Noorwegen als van onze eigen Wilhelmina en Juliana met Bernard) zijn verrassend eenvoudig. Eigenlijk verschillen ze niet zoveel als met die van ons in ons eigen huisje, hogerop de berg.
Dat dit het privé verblijf was van een van de Noorse prinsen is bijzonder, ook omdat bij ons in het huis de overdaad ver te zoeken is. Het hoognodige is aanwezig en de keuken is zelfs spartaans klein te noemen.
Het allerleukste vind ik toch het bezoek aan de voorraadkelder onder het huis. Daar staan grote Keulse potten, serviezen opgestapeld, wit gesteven schortjes hangen aan haakjes in de kledingkast en grote houten bakken met meel, zout, suiker, koffie, thee en specerijen staan netjes naast elkaar opgesteld. Alleen de geur van alle ingrediënten is al een genot voor mijn zintuigen.
Natuurlijk smullen we nog een laatste keer van de de overheerlijke Kanelbulle, waar ik langzaam maar zeker aan verslaafd ben geraakt. Meebakken? Dit is het beste recept dat ik van een Kanelbulle heb uitgeprobeerd. Succes verzekerd!
Benodigdheden: Voor de vulling:
– 500 gram bloem – 50 gram gesmolten boter
– 100 gram suiker – suiker en kaneel
– 1/2 theelepel zout – een eitje
– 1/2 theelepel kardemom
– 60 gram gesmolten roomboter
– 1 zakje gedroogde gist
– 3 dl. lauwe melk
- Verwarm de oven voor op 225 graden
- Meng de bloem met de kardemom in een kom. Maak in het midden een kuiltje en strooi het zout aan de buitenkant van het deeg (niet in het kuiltje dus)
- In het kuiltje doe je de gist, de suiker en de gesmolten boter. Roer nu met een vork vanuit het kuiltje en voeg beetje bij beetje d melk toe tot het een deegbal wordt. Kneed deze goed door en laat de deegbal in een kom onder een vochtige (schone) theedoek op een warme plek een goed half uur rijzen.
- Smelt nu de 50 gram boter voor de vulling.
- Na het rijzen verdeel je het brood in twee gelijke stukken. Bestuif het aanrecht met bloem en rol een van de stukken uit tot een rechthoekige lap van ongeveer 1 cm dikte. strijk de helft van de gesmolten boter over de lap en bestrooi deze met suiker en kaneel. Rol de plak op en snij plakjes van zo’n 1,5 cm breed. Leg deze op een bakplaat (waar je een bakpapiertje op legt). Leg de theedoek over de broodjes heen en laat 30 minuten rijzen. Dit doe je ook met de 2e deeglap.
- Klop nu het eitje los en bestrijk de deegrollen met dit mengsel. Strooi er nog wat suiker overheen en bak de broodjes in zo’n 8 minuten gaar op 225 graden. Als de rolletjes lichtbruin kleuren kun je ze uit de oven halen en wat laten afkoelen.
Nu lekker smullen!
No Comments